Waarom kiezen voor Europese Tech Alternatieven

Farisch Hanoeman
De afgelopen jaren hebben we gezien hoe kwetsbaar internationale instellingen zijn wanneer politieke krachten buiten Europa plotseling de spelregels veranderen. Toen president Trump sancties uitvaardigde tegen medewerkers van het Internationaal Strafhof, werd het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden abrupt stilgelegd . Die gebeurtenis toont hoe snel de rechtsgang kan worden gesaboteerd zodra de besluitvorming niet onder onze eigen jurisdictie valt. Voor data geldt hetzelfde risico: de Amerikaanse CLOUD Act geeft Washington extraterritoriale bevoegdheden om Europese gegevens op te eisen, ongeacht waar die fysiek zijn opgeslagen. Organisaties kunnen zo opeens onder een vreemd opsporingsregime vallen, zonder de vertrouwde waarborgen van de AVG. Deze voorbeelden maken duidelijk dat juridische zekerheid en democratische controle niet langer vanzelfsprekend zijn wanneer we afhankelijk blijven van niet-Europese technologie.
De oplossing ligt in het terughalen van technologische soevereiniteit naar de EU, een doel dat steeds hoger op de politieke agenda staat. Een overstap naar Europese aanbieders verkleint bovendien het gevaar van vendor lock-in en biedt bescherming tegen cyberaanvallen die hyperscale platforms regelmatig treffen, zoals de Exchange-hack scherp aantoonde. Tegelijkertijd vloeien investeringen terug in onze eigen economie en in groene datacentra, wat aansluit bij zowel de GDPR als Europese klimaatdoelen. De juridische, economische en veiligheidsargumenten stapelen zich op; hieronder lees je waarom kiezen voor EU Tech niet alleen verstandig maar ook noodzakelijk is.
1. Grote niet-Europese aanbieders vallen nooit uitsluitend onder Europese wetgeving
2. Buitenlandse wetgeving biedt juridische mogelijkheden om Europese data op te vragen
3. Gebruik van grote niet-Europese diensten vergroot de afhankelijkheid van niet-Europese beslissingen
Wanneer machtsblokken buiten Europa plotseling sancties opleggen, worden cloudproviders uit die jurisdictie onmiddellijk gedwongen hun dienstverlening en contracten aan te passen; de recente Amerikaanse sancties tegen medewerkers van het Internationaal Strafhof tonen hoe ver die ingreep kan gaan.
Wie zijn digitale infrastructuur buiten de Unie onderbrengt, draagt een deel van de politieke soevereiniteit over: besluiten in Washington of Beijing krijgen dan voorrang op democratische keuzes in Brussel. Strategische IT-plannen moeten telkens worden herzien wanneer externe machten hun koers verleggen, terwijl die onzekerheid sterk afneemt zodra de besluitvorming en rechtsgrond binnen de Europese Unie zijn verankerd.
4. Ook bevriende landen kunnen later hun aanbieders wetgeving opleggen die de Europese autonomie schaadt
Een land dat vandaag bondgenoot is, kan morgen strengere data-eisen of spionagebevoegdheden invoeren. Cloudproviders moeten zich daaraan conformeren, ongeacht eerder gemaakte afspraken met Europese klanten. Door met een Europese speler te werken, verminder je dit politieke schokeffect en houd je de regie binnen de Unie.
5. Grote niet-Europese aanbieders zijn door hun omvang een aantrekkelijk doelwit voor kwaadwillenden
Megaproviders hosten petabytes aan data van overheden, banken en multinationals, waardoor ze een interessant doelwit vormen voor cybercriminelen. Een enkele geslaagde aanval kan persoonlijke gegevens van miljoenen Europeanen blootleggen. Wereldwijde infrastructuren geven vaak een langere aanvalsroute; kwetsbaarheden in verre datacentra kunnen zich als dominostenen verspreiden. Forensisch onderzoek is complex wanneer servers over meerdere continenten verspreid zijn en verschillende rechtssystemen gelden. Bij een Europese leverancier zijn datastromen overzichtelijker en werken CERT-teams vaker direct samen met lokale autoriteiten.
6. Dienstenbundeling van grote niet-Europese aanbieders kan bij verstoringen een sneeuwbaleffect veroorzaken
7. Grote niet-Europese aanbieders hebben meer informatie over de markt en daarmee een concurrentievoordeel
8. Diensten zijn zo met elkaar vervlochten dat gebruikers moeilijk afscheid kunnen nemen van één dienst
9. Overstappen tussen clouddiensten is ingewikkeld, dus gebruikers raken afhankelijk van één grote aanbieder
Migratie vereist meer dan het kopiëren van data; applicaties, beveiligingsprotocollen en workflows moeten eveneens worden aangepast. Grote projecten lopen vaak uit, waardoor organisaties kiezen om te blijven waar ze zijn. Die lock-in biedt de aanbieder ruimte om prijzen op te voeren of supportvoorwaarden aan te scherpen. Europese concurrenten krijgen zo minder kans. Een bewuste keuze voor een lokale provider vanaf het begin voorkomt deze valkuil.
10. Dienstenbundeling van grote aanbieders maakt dat gebruikers moeilijk kunnen voldoen aan doelvoorschriften
11. Grote niet-Europese aanbieders berekenen kosten met herleiding, waardoor de totaalprijs kan variëren
12. Gebruik van grote niet-Europese diensten financiert mogelijk toekomstige concurrentie in andere markten
Clouduitgaven bij buitenlandse techreuzen vergroten hun investeringsbudget, waarmee zij nieuwe markten betreden waar Europese bedrijven nu nog sterk zijn, zoals fintech of gezondheids-IT. Zo draag je indirect bij aan de groei van een partij die later jouw concurrent kan worden. Dit heeft gevolgen voor banen, kennisontwikkeling en belastingopbrengsten binnen Europa. Een bewuste shift naar Europese alternatieven houdt het speelveld diverser en beperkt dit kapitaallek.
13. Europa legt bij clouddiensten nadruk op de bescherming van burgers, buiten Europa gebeurt dit minder
EU-regelgeving is sterk gericht op privacy, risicobeperking en consumentenrechten. Buiten de Unie krijgen economische of veiligheidsbelangen vaak prioriteit boven individuele vrijheden. Kies je voor een aanbieder uit zo’n regime, dan hebben jouw klanten minder verweer bij datamisbruik. Door bij een Europese provider te blijven, harmoniseer je bedrijfsdoelen met waarden die in de regio breed worden gedragen.
14. Door samenvoeging van diensten in één pakket is de kans op stroomverbruik voor onnodige diensten groter
Grote platforms leveren standaardomgevingen met vooraf geactiveerde modules die je mogelijk niet gebruikt, maar die wel bronnen verbruiken. Dit leidt tot hogere servercapaciteit, extra koeling en dus een grotere CO₂-uitstoot. Terwijl je organisatie wellicht groene ambities heeft, groeit de ecologische voetafdruk ongemerkt mee. Bovendien betaal je indirect voor de energie die deze modules verbruiken. Europese aanbieders zetten vaker in op maatwerkconfiguraties en groene stroom, zodat je duurzamer kunt opereren.